Ajo colora almeriense

'Ajo colora' of 'Atascaburras' is van oorsprong een gerecht dat in de huizen van vissersgezinnen in Almería werd gegeten, met rog. Tegenwoordig wordt het echter ook met ontzoute, verse of gerookte kabeljauw gemaakt. Ook Murcia heeft zijn varianten op dit gerecht.

Ingrediënten: 1/2 kg aardappelen, 2-3 gedroogde paprika´s, 2 tomaten, 1 ui, 3 teentjes knoflook, 250 g kabeljauw, 1 theelepel gemalen komijn, 1 theelepel zoete paprikapoeder, saffraan, zout, olijfolie extra vergine

Bereidingswijze: Schil de aardappelen en ui en snij ze in grote stukken. Haal de pitten uit de gedroogde paprika´s. Snij een kruis in de tomaten.

Breng nu de aardappelen en ui in een pan met water aan de kook. Voeg de gedroogde paprika, tomaten en saffraan toe. Laat ongeveer 30 a 40 minuten op een half vuurtje staan. Voeg op ongeveer de helft van de tijd de kabeljauw met huid en al toe. Die moet afhankelijk van hoe dik de stukken zijn ca. 5 tot 10 minuten meegekookt worden. Haal ze er als dat zover is eruit en bewaar ze op een bord. Laat dan de aardappelen eventueel doorkoken totdat ze gaar zijn.

Plet de knoflook met een vijzel en maak een mengsel met de komijn en wat zout naar smaak. Rasp het vruchtvlees uit de paprika´s en voeg die toe. Doe dit nu in een blenderglas, samen met ui en de tomaten -na ze gepeld te hebben. Voeg eventueel wat van het kookwater bij en meng alles met een mixer samen.

Leg de aardappelen op borden met de eerdergemaakte saus eroverheen. Haal de huid van de kabeljauw en leg er boven op. Maak af met wat zout naar smaak.

Dit gerecht kan eventueel worden gegarneerd met in plakken gesneden gekookte eieren.